Het kan '" blij maken zijn met een dode mus" maar toch: het gerucht gaat dat Yiorgos Dalaras op Europese tournee gaat. Hoewel het dus geruchten betreft, en data al helamaal niet bekend zijn, laat staan of hij ook Nederland zal aandoen: onderstaand een beknopte biografie die ik voor een website schreef.
Een grote wens van Yiorgos Dalaras is een keertje te mogen rijden in de Porsche 959 van de legendarische dirigent Herbert von Karajan (1908-1989). Dalaras, in 2006 door UN Secretaris Generaal Kofi Annan benoemde Good Will Ambassador van de UNHCR, mag met recht de nestor van de Griekse muziek cultuur worden genoemd. Bij het schrijven van een beknopte biografie verval ik dan ook makkelijk in superlatieven: Dalaras verkocht ruim 14 miljoen albums, heeft 75 albums op zijn naam staan en heeft sinds 1981 ruim 500 concerten buiten Griekenland gegeven. Volgens het gezaghebbende muziek magazine Rolling Stone is Dalaras verantwoordelijk voor de introductie van stadion concerten in Griekenland. Een biografie die dus beslist niet mag ontbreken op onze website!
Yiorgos Dalaras werd op 29 september 1949 in Piraeus geboren als zoon van de Rebetiko zanger Loukas Daralas. (red.: geen spelfout) Al vanaf zijn zestiende jaar treedt Yiorgos voor publiek op. Hij was ook de eerste die traditionele Laïka en Rebetika muziek ten gehore bracht buiten de conventionele clubs. De opname van zijn eerste lied “Prosmoni” op 21 april 1967 kon bijna geen doorgang vinden omdat de militairen juist op die dag de macht grepen en de straten van Athene geblokkeerd waren met tanks. De single werd echter nooit een succes. Zijn eerste album werd in 1969 opgenomen en bevatte composities van Stavros Kouyioumtzis. Over deze componist zegt Yiorgos dat het aan hem te danken is dat hij zanger is geworden. Yiorgos zou een levenslange vriendschap met Kouyioumtzis onderhouden tot diens plotselinge overlijden ten gevolge van een hartaanval in 2005. Het populairste nummer van dit album, “Pou ‘nai ta Chronia”, wordt tot op heden door Dalaras gezongen. Zijn tweede album “Natane to 21” was succesvoller en bevatte uitsluitend eigen interpretaties van composities van Kouyioumtzis. Zijn uitvoeringen waren echter dermate goed, dat menig Griek denkt dat deze oorspronkelijk van Dalaras zijn. ("Natane to 21" refereert aan de Griekse onafhankelijkheidsstrijd welke in 1821 begon. red.)
In 1972 was zijn eerste gouden plaat een feit: een samenwerking met Haris Alexiou op de langspeelplaat “Mikra Asia”. (componist: Apostolos Kaldaras) Voor beiden betekende dit een definitieve doorbraak.
(voor een beknopte biografie van Haris Alexiou:
)
In 1974 gaat Dalaras op tournee met Mikis Theodorakis. Eind jaren ´60 en in de jaren `70 was er een revival van de Rebetika muziek gaande. Deze muziekstijl was in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw geliefd bij de lagere sociale klasse. De teksten waren ruw, en gingen niet zelden over het genot van een snuif cocaïne. Hoewel niet politiek getint, werd Rebetika in de kolonelsjaren beschouwd als protest tegen het heersende regime, en het was er de militairen dan ook alles aan gelegen om deze muziekstijl, welke inmiddels was ontdaan van de scherpe kantjes, met wortel en tak uit te roeien. De teksten waren namelijk makkelijk voor meerdere uitleg vatbaar. Vanaf de jaren zestig werd Rebetika ook in de betere kringen gewaardeerd, mede dankzij de composities van Theodorakis. Het regime zette hem dan ook in augustus 1968 gevangen, gevolgd door een verbanning naar Frankrijk. Theodorakis keerde na de val van het regime op 24 juli 1974 terug.
Yiorgos Dalaras is een muzikale duizendpoot, hij zingt met hetzelfde gemak Rebetika en Laïka, maar ook Latin en pop. Daarnaast bespeelt hij vele instrumenten zoals bouzouki, gitaar en baglama. Deze veelzijdigheid resulteerde in een verscheidenheid aan albums en concerten. Zo werkte hij onder andere samen met Sting, Pyx Lax en Dulce Pontes. Ook heeft hij samengewerkt met het Nederlandse Metropole Orkest in een tribute aan Theodorakis. In de volgende video een fragment uit het concert “Mesoyeios 30os 40os Parallilos” opgenomen in het Herodus Atticus Theatre in Athene in 2004. Met de expressieve Dulce pontes brengt hij een vertolking van “o Mare e Tu”.
Ook uit zijn nieuwe cd “Ti tha pi etsi einai” blijkt de veelzijdigheid van Dalaras. Het album wordt als een come back gezien nadat de drieënzestig jarige zanger in het voorjaar van 2012 in de Atheense buitenwijk Ilion werd uitgejouwd door het publiek. De bezoekers van het gratis concert dat solidariteit met de door de crisis getroffen Grieken moest uitdrukken, beschuldigden hem van “toegeven aan het systeem”. Ook het feit dat zijn echtgenote Anna afgevaardigde is van PASOK, deed hem geen goed. Bekers yoghurt werden naar het podium gegooid. Dalaras vreesde voor de veiligheid van zijn medewerkers en de bezoekers welke niet bij het incident betrokken waren. Dalaras zegt in een interview met Iota Sykka van I Kathimerini hierover: “Ik kan hun desillusie begrijpen, maar niet hun handelen. Ik vraag mij ook af of hun bezwaren spontaan waren, waarom zijn zij niet naar mij gekomen om een antwoord te eisen. Ik was daar”. Yiorgos maakt zich oprecht zorgen over de toekomst van zijn landgenoten: “ het is het meest dramatisch voor de mensen die zich nooit hebben laten verleiden tot leugens, bedrog of diefstal, zij die altijd een zuiver beeld van de wereld hadden, die altijd eerlijk waren en nu in armoede leven. Wat zij ondergaan is vernedering". Dit incident was echter bij de presentatie van het nieuwe album, dat vol enthousiasme werd ontvangen, alweer vergeten.
Voor de bijbehorende filmpjes:
Op de column rusten auteursrechten, deze zijn in het bezit van de Griekse Vereniging Eindhoven. Bovenstaande column werd met toestemming geplaatst.
Zodra ik meer weet over de genoemde tournee, en ook zeker ben dat de informatie betrouwbaar is, zal ik dat in deze discussie melden.
Een grote wens van Yiorgos Dalaras is een keertje te mogen rijden in de Porsche 959 van de legendarische dirigent Herbert von Karajan (1908-1989). Dalaras, in 2006 door UN Secretaris Generaal Kofi Annan benoemde Good Will Ambassador van de UNHCR, mag met recht de nestor van de Griekse muziek cultuur worden genoemd. Bij het schrijven van een beknopte biografie verval ik dan ook makkelijk in superlatieven: Dalaras verkocht ruim 14 miljoen albums, heeft 75 albums op zijn naam staan en heeft sinds 1981 ruim 500 concerten buiten Griekenland gegeven. Volgens het gezaghebbende muziek magazine Rolling Stone is Dalaras verantwoordelijk voor de introductie van stadion concerten in Griekenland. Een biografie die dus beslist niet mag ontbreken op onze website!
Yiorgos Dalaras werd op 29 september 1949 in Piraeus geboren als zoon van de Rebetiko zanger Loukas Daralas. (red.: geen spelfout) Al vanaf zijn zestiende jaar treedt Yiorgos voor publiek op. Hij was ook de eerste die traditionele Laïka en Rebetika muziek ten gehore bracht buiten de conventionele clubs. De opname van zijn eerste lied “Prosmoni” op 21 april 1967 kon bijna geen doorgang vinden omdat de militairen juist op die dag de macht grepen en de straten van Athene geblokkeerd waren met tanks. De single werd echter nooit een succes. Zijn eerste album werd in 1969 opgenomen en bevatte composities van Stavros Kouyioumtzis. Over deze componist zegt Yiorgos dat het aan hem te danken is dat hij zanger is geworden. Yiorgos zou een levenslange vriendschap met Kouyioumtzis onderhouden tot diens plotselinge overlijden ten gevolge van een hartaanval in 2005. Het populairste nummer van dit album, “Pou ‘nai ta Chronia”, wordt tot op heden door Dalaras gezongen. Zijn tweede album “Natane to 21” was succesvoller en bevatte uitsluitend eigen interpretaties van composities van Kouyioumtzis. Zijn uitvoeringen waren echter dermate goed, dat menig Griek denkt dat deze oorspronkelijk van Dalaras zijn. ("Natane to 21" refereert aan de Griekse onafhankelijkheidsstrijd welke in 1821 begon. red.)
In 1972 was zijn eerste gouden plaat een feit: een samenwerking met Haris Alexiou op de langspeelplaat “Mikra Asia”. (componist: Apostolos Kaldaras) Voor beiden betekende dit een definitieve doorbraak.
(voor een beknopte biografie van Haris Alexiou:
)
In 1974 gaat Dalaras op tournee met Mikis Theodorakis. Eind jaren ´60 en in de jaren `70 was er een revival van de Rebetika muziek gaande. Deze muziekstijl was in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw geliefd bij de lagere sociale klasse. De teksten waren ruw, en gingen niet zelden over het genot van een snuif cocaïne. Hoewel niet politiek getint, werd Rebetika in de kolonelsjaren beschouwd als protest tegen het heersende regime, en het was er de militairen dan ook alles aan gelegen om deze muziekstijl, welke inmiddels was ontdaan van de scherpe kantjes, met wortel en tak uit te roeien. De teksten waren namelijk makkelijk voor meerdere uitleg vatbaar. Vanaf de jaren zestig werd Rebetika ook in de betere kringen gewaardeerd, mede dankzij de composities van Theodorakis. Het regime zette hem dan ook in augustus 1968 gevangen, gevolgd door een verbanning naar Frankrijk. Theodorakis keerde na de val van het regime op 24 juli 1974 terug.
Yiorgos Dalaras is een muzikale duizendpoot, hij zingt met hetzelfde gemak Rebetika en Laïka, maar ook Latin en pop. Daarnaast bespeelt hij vele instrumenten zoals bouzouki, gitaar en baglama. Deze veelzijdigheid resulteerde in een verscheidenheid aan albums en concerten. Zo werkte hij onder andere samen met Sting, Pyx Lax en Dulce Pontes. Ook heeft hij samengewerkt met het Nederlandse Metropole Orkest in een tribute aan Theodorakis. In de volgende video een fragment uit het concert “Mesoyeios 30os 40os Parallilos” opgenomen in het Herodus Atticus Theatre in Athene in 2004. Met de expressieve Dulce pontes brengt hij een vertolking van “o Mare e Tu”.
Ook uit zijn nieuwe cd “Ti tha pi etsi einai” blijkt de veelzijdigheid van Dalaras. Het album wordt als een come back gezien nadat de drieënzestig jarige zanger in het voorjaar van 2012 in de Atheense buitenwijk Ilion werd uitgejouwd door het publiek. De bezoekers van het gratis concert dat solidariteit met de door de crisis getroffen Grieken moest uitdrukken, beschuldigden hem van “toegeven aan het systeem”. Ook het feit dat zijn echtgenote Anna afgevaardigde is van PASOK, deed hem geen goed. Bekers yoghurt werden naar het podium gegooid. Dalaras vreesde voor de veiligheid van zijn medewerkers en de bezoekers welke niet bij het incident betrokken waren. Dalaras zegt in een interview met Iota Sykka van I Kathimerini hierover: “Ik kan hun desillusie begrijpen, maar niet hun handelen. Ik vraag mij ook af of hun bezwaren spontaan waren, waarom zijn zij niet naar mij gekomen om een antwoord te eisen. Ik was daar”. Yiorgos maakt zich oprecht zorgen over de toekomst van zijn landgenoten: “ het is het meest dramatisch voor de mensen die zich nooit hebben laten verleiden tot leugens, bedrog of diefstal, zij die altijd een zuiver beeld van de wereld hadden, die altijd eerlijk waren en nu in armoede leven. Wat zij ondergaan is vernedering". Dit incident was echter bij de presentatie van het nieuwe album, dat vol enthousiasme werd ontvangen, alweer vergeten.
Voor de bijbehorende filmpjes:
Op de column rusten auteursrechten, deze zijn in het bezit van de Griekse Vereniging Eindhoven. Bovenstaande column werd met toestemming geplaatst.
Zodra ik meer weet over de genoemde tournee, en ook zeker ben dat de informatie betrouwbaar is, zal ik dat in deze discussie melden.