Grieksegids nieuws
Een warme Griekse zomer
#1
Het is ook weer enkele jaren geleden maar sindsdien heb ik geen "echt" reisverhaal meer geschreven, dus....

CORFU en PELOPONNESSOS
SEPT/OKT. 2006

We zijn vertrokken in Brussel met een vlucht naar Athene. Alles mooi op tijd, goede vlucht, ruime plaatsen in het vliegtuig, dus het begon goed.

Even schrikken toen we daar uit het vliegtuig stapten... heet, bloedheet.
Van de bediende van het autoverhuurbedrijf vernamen we dat het al 39 graden was en het was pas 10.30 uur in de voormiddag.

Dus puffen en blazen en de airco in de auto op maximum, maar ja het moest warm zijn want we waren op verlof en we hadden in het Belgenlandje al meer dan genoeg regen gehad.

Zonder blutsen of builen door de heksenketel Athene gereden (dit is niet mijn verdienste, die pluim is voor mijn man) en de auto de parking in, die hadden we pas morgen terug nodig.

Voor de eerste nacht hadden we een kamer gereserveerd in Fresh Hotel in hartje Athene. Hier hadden we al een paar maal verbleven en kenden het dus. Het is gunstig gelegen in de wijk Psiri (dicht bij Monasteraki) in hartje Athene en heeft een daktuin met uitzicht op de Acropolis en met zwembad, wat met dit weer meer dan welkom was. Nog naar de boekenwinkel Elefterodakis, waar ik normaal niet voorbij kan, zag ik nu toch niet zitten. Even douchen, iets anders aantrekken en dan iets gaan drinken en nog drinken en nog drinken. Maar goed dat ik alleen niet-alcoholische dranken drink...

En het werd nog warmer, te warm voor ons.
Er waren maar twee mogelijkheden voor ons, ofwel de kamer met de airco op, ofwel het dakterras. De optie kamer viel sowieso af, het dakterras dan maar. Lekker drankje, luie zetel, leuk muziekje, maar lang hield ik het niet vol. Te warm! Het zou wel beter gaan moesten we ergens op een pleintje iets gaan eten. OK, zo gezegd zo gedaan. Dus op weg naar de Plaka naar "La Terrina" voor één van de hemelse slaatjes die ze daar hebben. Grieken zijn toch op alles voorzien: op het terras stonden een soort ventilators die ijskoude lucht over de klanten bliezen. Zálig....hier zaten we goed, dus eten, een dessertje, nu nog een koffietje, nadien nog een vers sapje...het was wel uit te houden.

Na nog wat rondslenteren en nog een ijsje, terug naar het hotel. Wat rusten, nog eens douchen en dan was het al avond.

We hadden speciaal een overnachting geboekt in Athene om 's avonds te gaan eten bij "O Platanos" daar hebben ze het lekkerste lamsvlees dat ik al ooit gegeten heb. Dat is een must als we in Athene zijn.

Wat was het nog warm! En toch was het al 21.00 uur! Al flink bezweet komen we er aan en wat een teleurstelling.... wekelijkse rustdag. Hoe kan dat nu? Wie sluit er nu in het hoogseizoen?
Maar ja, we hadden honger en er zijn 101 andere restaurants. Hier? Neen, te druk! Hier dan? Neen, te toeristisch. Hier? Neen, te groot. Eindelijk hadden we dan toch iets gevonden waar we beiden mee konden leven.
Een rustig, achterin gelegen tuintje.
De ober kwam speciaal een ventilator brengen aan iedere tafel om het toch nog iets of wat aangenaam te maken. Het was nog steeds 32 graden.
Bleek die ober ook nog een Corfioot te zijn en waren we dus al gauw aan het kletsen over Corfu, de jongen kreeg bijna tranen in de ogen van heimwee en hij had nog meer dan een maand te doen voor hij terug kon.

Hier hebben we onze plannen gewijzigd. We hadden gepland om eerst een tweetal weken naar de Peloponessos en de Mani te gaan en nadien nog een weekje Corfu. Maar bij deze hitte, het zou de volgende dagen nog oplopen tot 46 graden, leek dat geen goed idee. Dan maar eerst naar Corfu.
Dan hoorden we ook nog zeggen dat er enorme bosbranden waren in Halkidiki en de Mani, dus ons besluit stond vast. Alles omgooien en eerst naar Corfu.
Op de terugweg naar het hotel nog eens besproken hoe en wat en het was geregeld.

De volgende ochtend zijn we dan vertrokken naar Igoumenitsa. We gingen wel via de autosnelweg Athene-Korinthe en dan Korinthe-Patras want ik wou over de brug van Rio-Andirio.
Grieken zijn gekken in het verkeer en zeker op een autosnelweg, links en rechts voorbijsteken, over de pechstrook (als die er al is), er zijn 3 rijvakken waar ze met 5 naast elkaar rijden!!!, een wonder als je hier heelhuids doorkomt.
Maar het is gelukt. Zonder schrammen in Patras aangekomen en daar was ze dan... de brug. Een echt meesterwerk.

Om 17.00 uur waren we in Igoumenitsa, om 18.00 uur hadden we een ferry naar Lefkimi en om 19.10 uur gingen we aan wal in Corfu. Nog een half uurtje met de auto en we waren er. Onze vrienden wisten niet wat er gebeurde want ze hadden ons pas 2 weken later verwacht.

Hier aan zee was de temperatuur heel wat aangenamer.
Na de gebruikelijke begroetingen van gans de familie, valiezen uitpakken, douchen en omkleden kon het verlof echt beginnen. We waren in Corfu.

Over Corfu hoef ik niet veel te vertellen, jullie kennen het ook, daar ga ik kort over zijn.
Zon, zee, strand, lekker eten en drinken, kletsen met de vrienden, uitstapjes, wat moet een mens nog meer hebben? Dit is de hemel op aarde, als je de muggen niet meerekent die je in massa aanvallen.

We hebben daar wel een concert van Eleftheria Arvanitaki en Manos Pyrolavakis bijgewoond. Het ging door op het plein van de scholengemeenschap van Acharavi. Het was wel ver van waar wij verblijven (in het ZW van Corfu) maar het was de moeite waard.

En zo kwam de dag dat we weg moesten uit Corfu voor het tweede deel van onze reis. Met spijt in het hart en tranen in de ogen werd er na 9 dagen afscheid genomen. Tot volgend jaar vrienden en Corfu!!

Om 11.30 uur vertrok de ferry uit Lefkimi naar Igoumenitsa.

Om 11.30 uur zou de ferry vertrekken uit Lefkimi naar Igoumenitsa maar uiteindelijk werd het 12 uur. We hadden geluk met de overtocht want de vorige dagen was er een sterke wind en was de zee heel wild. Was ik blij dat het die dag rustig weer was; ik ben helemaal geen zeebonk, integendeel zelfs.
Een goed uur later waren we in Igoumenitsa. Het was opvallend dat het hier toch nog warmer was dan in Corfu en toch ligt het ook aan zee.
Nu terug een lange rit voor de boeg, we moesten immers terug naar Patras.
Deze keer reden we niet om langs Arta maar via de tunnel van Preveza.
Normaal gezien is deze weg korter. Normaal gezien dan! Had ik goed de kaart gelezen, maar dat was niet zo. In plaats van terug naar de hoofdweg naar Agrionio-Patras te rijden reden we de verkeerde richting uit en kwamen in, jawel, Lefkada. Het leek daar wel mooi te zijn maar ja we hadden andere plannen. Lefkada zal voor een andere keer zijn.
Dan maar terug, het was nu ook weer niet zo ver tot we de juiste richting terug hadden.

Onderweg de nodige sanitaire stops en ook de innerlijke mens wat versterken en dan door naar Patras. Nogmaals over die mooie brug.

We zijn dan van Patras naar Diakofto doorgereden, daar een hotel gezocht en gevonden. We hadden geluk, er waren nog kamers vrij in hotel Panorama aan het strand. Vanaf het balkon van onze kamer hadden we mooi zeezicht. Het was nog maar namiddag en we hadden zin in een wandeling. Zo gezegd, zo gedaan. Van het strand naar het dorpscentrum gelopen en dan maar ineens in het station de uren van de trein Diakofto - Kalavryta gaan vragen. Deze treinrit stond op het programma omdat het niet zomaar een trein is.
De stationchef wist te vertellen dat er 3 treintjes per dag vertrekken, de eerste om 06.53 uur, de tweede om 10.58 uur en de laatste om 14.58 uur. De 1e was te vroeg, de laatste te laat, dan maar die van 10.58 uur en met die van 17.30 uit Kalavryta terug.
Buiten de waard gerekend, alle treintje van 10.58 heen en 17.30 terug waren al voor gans de week volgeboekt. Wat nu? Er was meer één mogelijkheid meer, die van 06.53 heen en met dezelfde trein om 09.26 weer terug. Dat werd vroeg opstaan!
Maar dit moesten we doen, dus vroeg uit de veren.
Nu ga je misschien vragen "wat is er dan zo speciaal aan een trein".
Dit is speciaal!!!
Dit is een tandradtreintje met slechts 2 wagonnetjes en daartussen de diesel.

Het spoor werd aangelegd tussen 1885 en 1895, loopt door de Vouraïkos-kloof en moet over een lengte van 22,5 km een hoogte van 756 m overbruggen. De rit gaat langs ravijnen, rivieren, bruggen en door 14 kleine tunnels. Het spoor is minder breed dan normaal en op de plaatsen waar het treintje niet op eigen kracht naar boven kan, mits te steil, worden er "tanden" uitgeschoven die het op een tandrad naar boven trekken.
De tocht is adembenemend. Er handen bordjes in de trein "NIET NAAR BUITEN LEUNEN" maar iedereen doet het toch, je moet toch foto's nemen. De kaartjesknipper laat maar begaan, wat kan het hem schelen of je je bril kwijtraakt door een overhangende tak, of je fototoestel tegen een rots schuurt. Het is het risico waard. Je komt ogen te kort, je wil overal kijken, nu eens kijk je in de diepte, dan zie je een wildstromend bergriviertje, dan weer hoge steile rotsen, dan rij je over een brug over het ravijn, het is gewoonweg schitterend.

Na 67 minuten kom je dan aan in Kalavryta, in de winter een skioord. Op zich niets speciaal ware het niet dat er zich hier op 13/12/1943 een waar bloedbad heeft afgespeeld. Uit wraak omdat 81 Duitse soldaten waren omgekomen hebben de Duitsers toen alle mannelijke inwoners boven de 14 jaar (meer dan 700) samengebracht en doodgeschoten. 13 konden echter ontsnappen en overleefden. Nadien hebben ze ook de vrouwen en kinderen verzameld, opgesloten in de school en dan het dorp in brand gestoken.
De wijzers van de linkse torenklok van de kerk zijn blijven stilstaan op het moment dat de slachting plaatsvond: 2.34 uur. Ook nu nog wijzen ze 2.34 uur aan.

Op de heuvel buiten het dorp waar de slachting plaats vond, werd later een groot kruis geplaatst als herdenking en hebben ze met stenen de tekst: geen oorlog meer. Er is ook een gedenkteken met alle namen van de gesneuvelden.

Genoeg hierover. Er zijn leukere dingen.

Dus na Kalavryta terug met het treintje naar beneden, nu wist ik tenminste al wat ik kon verwachten en waar ik zeker nog een foto moest maken. Die heb ik dan ook veel gemaakt.

Terug in Diakofto hadden we geen zin om daar nog langer te blijven. We zouden naar Olympia gaan, via, ja je leest het goed, Kalavryta. Op de weg daarheen is er namelijk een groot klooster, Mega Spileo, dat tegen de bergwand aangebouwd ligt. En omdat het toch niet ver omrijden was konden we daar evengoed eens gaan kijken.

Het was wel groot en speciaal, maar het trok me toch niet aan om binnen te gaan.

We waren al vroeg op en hadden buiten het ontbijt en een kaasflapje nog niets gegeten dus je kan denken dat we honger hadden.
We moesten dan maar verder tot we een dorp zouden tegenkomen. Dat viel wel tegen want het was verder dan we gedacht hadden. Eindelijk! Een dorp! Vraag me niet naar de naam want het is zo klein dat er zelfs geen plaatsnaambordje staat. Hooguit 10 huizen waar wonder boven wonder toch één er van een restaurantje bleek te zijn. Er stonden welgeteld 2 tafeltjes buiten, waarvan 1 bezet en het andere door ons werd ingenomen. Een menukaart was er sowieso niet, dus het was maar best dat we ons in het Grieks uit de slag kunnen trekken.
De uitbater stelde voor wat hij die dag voor lekkers had, Griekse sla, dan ...... en .... en .... Dat was het. Wil je het nog eens zeggen want wij hebben het niet goed verstaan. Dus... en .... en ... Nog had geen van ons beiden verstaan wat het was. Gokken dan, nu goed geef ons maar het eerste. En dan maar bang afwachten wat het zou worden. En maar fantaseren, als het nu eens dat is, of dat...Maar het was echt wel lekker, het nog nooit gegeten in Griekenland maar voor alles is een 1ste keer. We kregen een diep bord met bouillon en daar in lag lams- of geitenvlees dat uren moet gekookt hebben want het was heel zacht. De bouillon was "super".

Na nog een koffietje en een half uur wachten op de rekening, de uitbater moest even zijn vriend die daar te voet was toegekomen, met de auto naar huis brengen en je weet hoe dat gaat, ze kletsen graag, dan toch eindelijk terug op weg.

Nu we terug vertrokken waren rees de vraag of we nog wel via Olympia om zouden rijden. We hebben het immers al een paar keer bezocht, maar ja hoor we zouden gaan, het geeft je een speciaal gevoel als je daar op dezelfde grond staat als de helden van de Olympische Spelen.
Al was het maar om daar nog even die sfeer te proeven. Via goede en minder goede (en slechte) wegen lag daar voor ons "ANCIENT OLYMPIA".
Maar wat was het weer warm!! En dan daar op die open vlakte staan!! In volle zon!! Neen, we hadden de oplossing: eerst nog even naar het museum. Om eerlijk te zijn was dat meer omdat daar airco is en ondertussen zou de hitte misschien wat afgenomen zijn, al blijft het altijd wel prachtig wat ze honderden jaren geleden al maakten.

We waren toch weer onder de indruk.

Nu naar buiten. Pff... nog zo warm! Maar we hebben het gedaan, de site rondgelopen en even stilgestaan in het Olympic Stadium op de startlijn waar vroeger ook de atleten stonden. Deze keer heb ik ook een klein aandenken meegenomen: een takje van wat de olijfboom heet te zijn waar vroeger de kronen voor de winnaars van werden gemaakt.

Het enige waar ik nu nog kon aan denken was: douchen!
Dus in die volgorde: hotel zoeken, inchecken, douchen, kleden en dan drinken en rusten.

Na een goede nachtrust waren we weer heel enthousiast om verder te gaan. Weer door de bergen met prachtige vergezichten, piepkleine dorpjes en vriendelijke mensen. Niets speciaals die dag, dus op tijd stoppen en een hotel zoeken.
We waren in Krestena aangekomen en dachten daar te overnachten maar geen hotel of zelfs pension te bespeuren. Even vragen dan, neen geen overnachtingsmogelijkheid in Krestena. Dan maar nog wat verder, het was toch nog vroeg, naar Kallithea. Nu moet je weten 50 km door de bergen daar doe je een paar uren over. Maar ja, het moest nu eenmaal. Dan naar Kallithea, ook daar geen hotel of pension te vinden. Het gaat toch niet waar zijn hé, hier ook niets? Even vragen: neen, hier geen overnachtingsmogelijkheid. Mijn goed humeur was al heel wat minder. Nog eens terug in die auto en wie weet hoe ver nog! Na weet ik hoeveel putten in de weg, geiten die overliepen, vrachtwagens die niet omhoog raakten en gekke Griekse chauffeurs, eindelijk: Andritsena! Maar direct vragen: is hier een hotel? JA, er was er een, een tamelijk groot zelfs, Hotel Theoxenia.
Auto op de parking, naar de receptie en hopen dat ze een kamer wilden geven voor één nacht. JA, geen probleem. In Griekenland is het de gewoonte dat de eigenaar of receptionist je eerst de kamer laat zien en dan kan je beslissen of je blijft of niet.
Dus wij mee, een lift was er niet, geen nood met de trap gaat ook. Op de eerste verdieping kwamen we door een soort "eetkamer" met een samenraapsel van meubels van voor de 1ste wereldoorlog, geen twee stoelen waren hetzelfde. De trap op naar de 2° verdieping, eerst door een lange donkere gang, dan een wirwar van kleine gangetjes voor we aan de kamer kwamen. Die kamer zou ik nooit terug vinden. Dan de kamer zelf! Zo moet de kamer van mijn overgrootmoeder er uit gezien hebben! Er was toch één pluspunt, het was netjes en proper. We hadden geen keuze, het was dit of nog uren verder rijden en dan was het donker. Neen dat zag ik zeker niet zitten. We bleven. Dan toch maar een douche nemen, maar dat was niet zo simpel, je kon kiezen ofwel heet water ofwel ijskoud water, dan toch maar koud.
Op het balkon had je een schitterend zicht over de bergen, maar ik durfde er niet op. Het stond schuin en geen beetje, je kon er niets opzetten want het schoof gewoon weg. Alles aan dat hotel was schuin, ook het gebouw zelf. We hebben wel veel gelachen want dat hadden we nog nooit meegemaakt.
We zijn die avond in het dorp zelfs nog aan eten geraakt.
Goed geslapen hebben we niet want als je niet stil lag, rolde je uit je bed, het stond, ja... schuin.
Het ontbijt was even oud als het hotel en de eigenaar, fruitsap dat je best niet opdronk, de geur alleen al. Ieder 3 sneetjes brood niet van de vorige dag maar van de vorige week en 1 confituurtje. Dan maar geen ontbijt en betalen en uitchecken. We vroegen ons paspoort terug en de receptioniste/kamermeisje/ontbijtzaaljuffrouw.... haalde het vanonder het kussen van een oude fauteuil die er stond. Safe...

Deze keer was ik blij dat ik in de auto MOCHT. Het kon niet vlug genoeg. We hebben er nog lang over gepraat en gelachen.

Onderweg nog ontbeten en dan op weg naar Kardamyli via Megalopoli en Kalamata. We gingen een paar nachten overnachten in Hotel/Restaurant Voula, ons aangeraden door een klasgenoot van de Griekse les en vandaar de excursies doen die we gepland hadden.
Maar het mocht blijkbaar niet zijn, na een lange rit door bergen, ja de Peloponessos bestaat uit bergen, kwamen we aan in Kardamyli. Maar bij Voula was alles gesloten. Dan maar eerst ergens iets gaan drinken en nadien terug naar Voula. Nog gesloten... wat nu, wachten tot er iemand komt of toch maar verder rijden? Het werd verder rijden.
In Aeropoli gaan lunchen, tussen haakjes: niet erg lekker, en ondertussen op de kaart kijken waar we enkele dagen kunnen blijven. Onze keuze viel op Gythio, van daaruit konden we alle kanten op.

Onderweg niets speciaals, een mens went vlug aan de mooie uitzichten en pittoreske dorpjes! Een kamer geboekt bij Leonidas aan de haven met zicht op zee.

Dan begon voor mij waarvoor ik gekomen was, het bezoek aan de Mani.
Na een verrukkelijk avondmaal en goed geslapen ging de rit naar Vathia, het Mani-torendorp.
Onderweg kilometers aan één stuk zwartgeblakerde bergen, afgebrande huizen en nog altijd een brandlucht van de bosbranden van de vorige weken. Akelig! Maar Vathia bezoeken zou veel goedmaken... dacht ik.
Uiteindelijk is daar niet echt veel te zien en daarvoor rijd je dan zo ver.
Misschien dat anderen het wel mooi vinden maar wij vonden er maar niks aan.

Wij hadden gedacht dat we toch enkele uren in Vathia zouden doorbrengen, maar na één uur hadden we het wel gehad. Alleen ruïnes en buiten enkele toeristen, niemand te zien. Er wonen nog wel enkele mensen maar volgens insiders zien ze ons daar liever niet komen.
Nog maar eens de planning overhoop halen. We gaan vandaag nog, ipv morgen naar de grotten van Diros.

Er zijn verschillende grotten in Diros maar er kan er maar één van bezocht worden. De toegangskaartjes koop je een 100- tal meter voor de eigenlijke ingang van de grot. Het was imposant, er zijn 12 km grotten en een gedeelte daarvan kan je met een bootje met gids rondvaren.
Het is er een gans jaar 17 á 18 graden, zowel zomer als winter.
Soms is het water maar 50 cm. diep op andere plaatsen gaat het tot 30 meter. Spijtig dat de gids enkel Grieks spreekt, zo gaat er veel van de uitleg verloren.

Nadien nog naar het Diros-museum en dan nog even naar Tainaron, het uiterste zuidpunt van het vasteland en dan terug naar Gythio.

Terug door de door bosbranden geteisterde streek. In feite was ik daar liever al terug vertrokken, in gans de streek hing nog een brandlucht, bijna tot in Gythio. In plaats van nog drie dagen te blijven, zouden we het bij nog één dag houden en dan weg van daar.

De volgende dag gingen we nog naar Monemvasia, Het Gibraltar van Griekenland. Van op het vasteland kan je Monemvasia niet zien liggen, het ligt aan de achterkant van de rots naar zee gekeerd en is alleen per boot of via een smalle "betonstrook" te bereiken.

Je kan met de wagen tot de toegangspoort van het dorp en dan moet je te voet verder.

Dit is wel een mooi dorp, heel oud maar heel mooi gerestaureerd.

Nog één keer overnachten in Gythio en dan weg. De Mani was niet wat ik er van verwacht had. Buiten de bosbranden, daar kon niemand iets aan doen, was het een kale dorre streek. Ik had al wel gehoord dat de Manioten een stug volk zijn, maar het was erger dan verwacht. Zelfs al spreek je Grieks, dan nog is het heel moeilijk er contact mee te krijgen.
Zelfs de zon scheen al niet meer!

We vertrokken uit de Mani, opgelucht dat we daar weg waren, maar nu hadden we wel twee dagen over, wat daarmee? Naar waar gaan we nog? Naar Nafplion? Neen, hadden we al een paar maal gedaan. Maar naar waar dan wel? Mijn man wist het, we zouden naar Nea Makri gaan (35 km boven Athene) en die twee dagen daar blijven, dan waren we al dicht bij Athene want daar hadden we al een kamer gereserveerd in hotel Elysium voor de laatste nacht. Ja het begon te korten.
Onderweg passeerden we nog via Mistras en Tripoli.
Na Tripoli was het een brede autobaan, geen bergwegen meer, tot in Korinthe en van daar begon de Attiki Odos, de snelweg.

Dan ging het snel.
Nog twee dagen rust in Nea Makri! Pff... eindelijk, want we waren toch wel moe. We hadden weer eens veel te veel willen doen en zien.
Het badstadje was enorm veranderd sinds de laatste keer dat we er waren, het was veel "stadser" geworden, maar toch blijft het charmant.

Zoals ik hiervoor al zei, de laatste nacht brachten we in Athene door. En we hadden geluk, om ons verlof mooi af te sluiten gingen we nog eens naar ons geliefde restaurantje "O Platanos". Even paniek, alle tafeltjes waren volzet, maar geen nood, er was vlug nog een extra tafeltje gevonden en buiten gezet. De lieverds...

Nog één keer slapen en dan naar huis. Het was weer goed geweest, na 4 weken verlangde ik naar mijn familie en....naar mijn eigen bed.

Bij aankomst in Brussel regende het zelfs niet, wij hadden de zon immers meegebracht, stiekem in de bagage gestopt.... en daarmee regent het nu zo veel in Corfu denk ik.
-----------
Het jaar nadien hebben we het noorden van Griekenland gedaan en eerlijk dat beviel met 100% meer dan het zuiden. Maar ja, les goûts et les couleurs, ça ne se discute pas....
Quote


Ga naar forum:


Gebruikers die deze discussie lezen: 1 gast(en)