24 May 2023, 08:29
Of het mes was vlijmscherp of het vlees zo mals, feit was dat de ossenhaas smolt op je tong.
Welk restaurant dat was? Nee geen restaurant maar op uitnodiging kwamen we de ossenhaas van de slager in Potamos even testen bij goede vrienden en die smaakte zoals boven beschreven.
Als we op de dinsdag zitten is het goed wandelweer als ik naar buiten kijk.
Voor mij ligt een wegenstelsel van meer dan een marathon aan wegen rond het dorp Karavas met zijn bronnen.
Tis nog effe puzzelen of daar een leuke wandeling van te breien valt en bovendien wil ik nog steeds naar een kleine grot die in een eerdere vakantie ter sprake is gekomen bij de vriendelijke brabanders die er een huis in de omgeving hebben.
Waar de grot precies is ben ik effe kwijt dus ik app de vriendelijke postbode uit Heeswijk Dinter en vrijwel direct krijg ik reactie.
We zijn wat laat deze morgen dus ontbijt halen we niet, dat doen we onderweg wel.
De bakker zit vlak bij ons startpunt dus dat komt goed.
Het wordt een pittig dagje vandaag, niet qua afstand maar meer de hoogtemeters die meerdere malen overwonnen moeten worden.
Dit gegeven is bij mij bekend, voor mijn wandelwederhelft hou ik het nog effe achter.
Τwee sesam ringen, een kaasstokje en iets van bladerdeeg met ham en kaas, dat moet toch voldoende zijn voor vandaag.
Ik parkeer het huurautootje onder de grote kerk van Karavas, op een vrijstaand bankje gaat eerst het kaasbroodje gedeeld worden, we spoelen het weg met een pakje jus de orange.
We klimmen via een oud pad Karavas binnen om het 5 tellen later weer te verlaten.
Karavas is niet groot en om het een dorp te noemen is eigenlijk ietwat overdreven.
Wat Karavas heeft is dat het mooi gelegen is en dat je vanuit hier schitterende wandelingen kunt maken die alle kanten op kunnen, bos, heuvels of strand je kunt alle kanten op maar dat moet je wel willen.
De gemiddelde toerist draait 4 bochten met de auto en dat was Karavas.
Diouplianika is het volgende dorp wat we doortrekken, het dorp is stil en ligt verlaten op een heuvelrug met prachtig uitzicht richting kust.
De schapen die er normaliter grazen hebben er vandaag geen zin in en blijven op stal staan.
Na dit verstilde gehucht met prachtige oude huizen zakken we het dal in dat gevormd is door het riviertje dat er stroomt en ook mede verantwoordelijk is voor al het groen wat hier zo uitdrukkelijk aanwezig is.
Vele soorten oude bomen staan hier opgesteld en het groen is er in alle kleuren.
We draaien om het dorp Karavas heen met steeds het weidse uitzicht richting de imposante kerk met de twee torens.
Als we beide de volgende bocht links draaien wacht ons een pittige klim richting het bos in het noorden.
Er blijkt geen einde aan te komen en als ook om ongeveer half elf de zon zijn gezicht laat zien wordt het warm.
De tocht gaat verder langs de rand van het bos, overdreven brede wandelpaden voeren ons richting een zendmast.
Stroom is hier niet, de zendeling wordt gevoed door een aggregaat wat wreed de stilte hier verpest.
Wat het dan weer goedmaakt zijn de prachtige vergezichten richting het noorden met op het einde de vuurtoren en het stille Platia Amos.
Van boven af lijkt alles zo klein en zo nietig maar O zo mooi.
Wat we geklommen hebben gaan we ook weer naar beneden, niet het zelfde pad maar een ander breed en mooi pad en dat doen we later vandaag nog eens, de wandeling heeft namelijk de vorm van een acht.
We dalen af in de richting van het gehucht Kryoneri met rechts van ons badend in de zon de Panagia Despina.
Even voorbij een wildrooster sta ik voor de keuze links of rechts.
De paden zijn nieuw voor ons en lijken ook nieuw of althans schoongemaakt.
Ik had ze van mijn kaart op de pc gehaald dus ze zijn bestaand.
Ik zie markeringen in de vorm van blauw witte vlaggetjes dus een wandelpad, de ene kant op richting oosten en de andere kant richting Karavas.
Een brede glimlach tovert zich op mijn gelaat, een prachtig schoongemaakt pad slingert zich hoog boven de beek naar beneden, mansbreed waarschijnlijk een oud ezelspad.
We komen uit bij een bekend steil pad wat gaat door het bekende “schoenendorp” een verlaten gehucht met mooie oude huizen met tientallen oude schoenen die er na al die jaren nog steeds liggen.
Verderop in het gehucht is er wel bewoning en net als we dat voorbij steken zie ik weer een nieuw pad……. Wat een verwennerij vandaag.
Een houten paal met de tekst “lighthouse” geeft aan dat deze naar de vuurtoren gaat en ook dit smalle pad slingert zich mooi naar beneden.
Uitkomend op het bekende betonpad naar het noorden gaan we richting de bekende krijtwand.
Het gepiep van de bijeneter is weer hoorbaar en bij de gelige wand zitten ze bij de holen waar ze hun nesten hebben.
Als ik mijn camera aanzet om een paartje te “schieten” vliegen ze ineens weg en vanaf grote hoogte worden we uitgelachen.
Op de weg nemen we nog wat te eten en wachten tevergeefs op de terugkeer van de mooi gekleurde vogels.
Het is warm, we zullen niet klagen maar het weer is ten opzichte van de laatste dagen heerlijk bijgetrokken en een lekker windje zorgt voor verkoeling.
We gaan links langs de krijtrots die door de regen mooi verkleurt is.
Na een honderdtal meters ligt de volgde uitdaging voor ons, het is een pad wat we kennen, steil en er lijkt geen einde aan te komen.
Boven ons het bekende bos waar we heen moeten.
Het gaat traag en langzaam en beneden ons wordt de vuurtoren steeds kleiner en het uitzicht als maar mooier.
Ietwat uitgeput met een hartslag die toch wel hoog is komen we op adem en slaan linksaf om af te dalen, genieten we van het mooie uitzicht en zien een afslag rechts over het hoofd, lopen nog een kilometer verder waarna ik na een blik op de Gps er vloekend achterkom dat we al een tijdje verkeerd lopen.
“Hee we zitten verkeerd”, nee hè weer klimmen en als straf moeten we bij de eerder genegeerde afslag wederom omhoog.
Als ik het gebrom van het eerder beschreven aggregaat hoor weet ik dat we goed zitten en dalen we voor de tweede keer het eerder belopen pad af en slaan onderaan nu rechtsaf richting Karavas of eigenlijk Amir Ali.
Ook dit deel van het pad is wonderschoon en kijkt uit over het dal waar het riviertje stroomt en verder over de heuvel de zee.
We hebben een mooi zicht op de prachtige huizen van Amir Ali en horen van grote hoogte de kikkers al kwaken.
Amir Ali is troosteloos, slechts een aantal eenden bezet het dorp.
Een klein stukje stroomafwaarts toont ons niet het beeld wat we gewend zijn met de mooie blauwe Libelles, ze zijn er niet.
Water is er echter volop aanwezig en bij de bron van de portokalia vul ik de flessen.
We gaan verder stroomopwaarts langs de boogbrug en volgen we het riviertje.
Eend een met een eendje, eerder waren het er drie. Er zijn er al twee verdwenen, ten prooi gevallen aan katten of marters.
Een honderdtal meter verder vind ik een verdwaald kuiken, een poging deze te vangen en terug te brengen naar zijn ouders lijdt tot niets, het jonge eentje verstopt zich steeds in het hoge gras langs het smalle riviertje.
We slenteren verder en steken diverse keren de smalle beek over.
Tenslotte komen we uit bij de waterbekkens, een mooie stille plek.
“Blijf jij effe zitten ga ik even kijken of ik die grot kan vinden”
We hebben er wat kilometers op zitten en ben best wel vermoeid als ik het stijgende pad opklim, twee tellen later lig ik lang uit en zie mijn onderbeen verstrengelt in bramenstruiken, het bloed sijpelt er langzaam uit.
Een kleine vervloeking volgt en ik worstel mij uit de scherpe slierten.
Het is een oud pad waar het uitkijken is en terwijl ik goed naar de grond kijk staat mijn boven lichaam vast op echt prikkeldraad.
Ik ga terug, de grot zal er de volgende keer ook nog wel liggen.
Ik zal Femke uit Brabant wel eens vragen mij de weg te wijzen, dat is wel zo gezellig.
Moe maar met de wetenschap dat we weer ergens geweest zijn waar we niet eerder waren rijden we terug naar Pelagia, bier en Pizza en daarna nog een afzakkertje in de vorm van een ouzo.
Fut voor het schrijven van een verhaal heb ik op dit moment niet meer, een douche en het moet rond de klok van 21.00 uur zijn geweest als ik mijn ogen sluit.
Gelukkig ben ik deze woensdagmorgen om 6.00 uur wakker, vroeg genoeg om het verhaal alsnog te schrijven.
Welk restaurant dat was? Nee geen restaurant maar op uitnodiging kwamen we de ossenhaas van de slager in Potamos even testen bij goede vrienden en die smaakte zoals boven beschreven.
Als we op de dinsdag zitten is het goed wandelweer als ik naar buiten kijk.
Voor mij ligt een wegenstelsel van meer dan een marathon aan wegen rond het dorp Karavas met zijn bronnen.
Tis nog effe puzzelen of daar een leuke wandeling van te breien valt en bovendien wil ik nog steeds naar een kleine grot die in een eerdere vakantie ter sprake is gekomen bij de vriendelijke brabanders die er een huis in de omgeving hebben.
Waar de grot precies is ben ik effe kwijt dus ik app de vriendelijke postbode uit Heeswijk Dinter en vrijwel direct krijg ik reactie.
We zijn wat laat deze morgen dus ontbijt halen we niet, dat doen we onderweg wel.
De bakker zit vlak bij ons startpunt dus dat komt goed.
Het wordt een pittig dagje vandaag, niet qua afstand maar meer de hoogtemeters die meerdere malen overwonnen moeten worden.
Dit gegeven is bij mij bekend, voor mijn wandelwederhelft hou ik het nog effe achter.
Τwee sesam ringen, een kaasstokje en iets van bladerdeeg met ham en kaas, dat moet toch voldoende zijn voor vandaag.
Ik parkeer het huurautootje onder de grote kerk van Karavas, op een vrijstaand bankje gaat eerst het kaasbroodje gedeeld worden, we spoelen het weg met een pakje jus de orange.
We klimmen via een oud pad Karavas binnen om het 5 tellen later weer te verlaten.
Karavas is niet groot en om het een dorp te noemen is eigenlijk ietwat overdreven.
Wat Karavas heeft is dat het mooi gelegen is en dat je vanuit hier schitterende wandelingen kunt maken die alle kanten op kunnen, bos, heuvels of strand je kunt alle kanten op maar dat moet je wel willen.
De gemiddelde toerist draait 4 bochten met de auto en dat was Karavas.
Diouplianika is het volgende dorp wat we doortrekken, het dorp is stil en ligt verlaten op een heuvelrug met prachtig uitzicht richting kust.
De schapen die er normaliter grazen hebben er vandaag geen zin in en blijven op stal staan.
Na dit verstilde gehucht met prachtige oude huizen zakken we het dal in dat gevormd is door het riviertje dat er stroomt en ook mede verantwoordelijk is voor al het groen wat hier zo uitdrukkelijk aanwezig is.
Vele soorten oude bomen staan hier opgesteld en het groen is er in alle kleuren.
We draaien om het dorp Karavas heen met steeds het weidse uitzicht richting de imposante kerk met de twee torens.
Als we beide de volgende bocht links draaien wacht ons een pittige klim richting het bos in het noorden.
Er blijkt geen einde aan te komen en als ook om ongeveer half elf de zon zijn gezicht laat zien wordt het warm.
De tocht gaat verder langs de rand van het bos, overdreven brede wandelpaden voeren ons richting een zendmast.
Stroom is hier niet, de zendeling wordt gevoed door een aggregaat wat wreed de stilte hier verpest.
Wat het dan weer goedmaakt zijn de prachtige vergezichten richting het noorden met op het einde de vuurtoren en het stille Platia Amos.
Van boven af lijkt alles zo klein en zo nietig maar O zo mooi.
Wat we geklommen hebben gaan we ook weer naar beneden, niet het zelfde pad maar een ander breed en mooi pad en dat doen we later vandaag nog eens, de wandeling heeft namelijk de vorm van een acht.
We dalen af in de richting van het gehucht Kryoneri met rechts van ons badend in de zon de Panagia Despina.
Even voorbij een wildrooster sta ik voor de keuze links of rechts.
De paden zijn nieuw voor ons en lijken ook nieuw of althans schoongemaakt.
Ik had ze van mijn kaart op de pc gehaald dus ze zijn bestaand.
Ik zie markeringen in de vorm van blauw witte vlaggetjes dus een wandelpad, de ene kant op richting oosten en de andere kant richting Karavas.
Een brede glimlach tovert zich op mijn gelaat, een prachtig schoongemaakt pad slingert zich hoog boven de beek naar beneden, mansbreed waarschijnlijk een oud ezelspad.
We komen uit bij een bekend steil pad wat gaat door het bekende “schoenendorp” een verlaten gehucht met mooie oude huizen met tientallen oude schoenen die er na al die jaren nog steeds liggen.
Verderop in het gehucht is er wel bewoning en net als we dat voorbij steken zie ik weer een nieuw pad……. Wat een verwennerij vandaag.
Een houten paal met de tekst “lighthouse” geeft aan dat deze naar de vuurtoren gaat en ook dit smalle pad slingert zich mooi naar beneden.
Uitkomend op het bekende betonpad naar het noorden gaan we richting de bekende krijtwand.
Het gepiep van de bijeneter is weer hoorbaar en bij de gelige wand zitten ze bij de holen waar ze hun nesten hebben.
Als ik mijn camera aanzet om een paartje te “schieten” vliegen ze ineens weg en vanaf grote hoogte worden we uitgelachen.
Op de weg nemen we nog wat te eten en wachten tevergeefs op de terugkeer van de mooi gekleurde vogels.
Het is warm, we zullen niet klagen maar het weer is ten opzichte van de laatste dagen heerlijk bijgetrokken en een lekker windje zorgt voor verkoeling.
We gaan links langs de krijtrots die door de regen mooi verkleurt is.
Na een honderdtal meters ligt de volgde uitdaging voor ons, het is een pad wat we kennen, steil en er lijkt geen einde aan te komen.
Boven ons het bekende bos waar we heen moeten.
Het gaat traag en langzaam en beneden ons wordt de vuurtoren steeds kleiner en het uitzicht als maar mooier.
Ietwat uitgeput met een hartslag die toch wel hoog is komen we op adem en slaan linksaf om af te dalen, genieten we van het mooie uitzicht en zien een afslag rechts over het hoofd, lopen nog een kilometer verder waarna ik na een blik op de Gps er vloekend achterkom dat we al een tijdje verkeerd lopen.
“Hee we zitten verkeerd”, nee hè weer klimmen en als straf moeten we bij de eerder genegeerde afslag wederom omhoog.
Als ik het gebrom van het eerder beschreven aggregaat hoor weet ik dat we goed zitten en dalen we voor de tweede keer het eerder belopen pad af en slaan onderaan nu rechtsaf richting Karavas of eigenlijk Amir Ali.
Ook dit deel van het pad is wonderschoon en kijkt uit over het dal waar het riviertje stroomt en verder over de heuvel de zee.
We hebben een mooi zicht op de prachtige huizen van Amir Ali en horen van grote hoogte de kikkers al kwaken.
Amir Ali is troosteloos, slechts een aantal eenden bezet het dorp.
Een klein stukje stroomafwaarts toont ons niet het beeld wat we gewend zijn met de mooie blauwe Libelles, ze zijn er niet.
Water is er echter volop aanwezig en bij de bron van de portokalia vul ik de flessen.
We gaan verder stroomopwaarts langs de boogbrug en volgen we het riviertje.
Eend een met een eendje, eerder waren het er drie. Er zijn er al twee verdwenen, ten prooi gevallen aan katten of marters.
Een honderdtal meter verder vind ik een verdwaald kuiken, een poging deze te vangen en terug te brengen naar zijn ouders lijdt tot niets, het jonge eentje verstopt zich steeds in het hoge gras langs het smalle riviertje.
We slenteren verder en steken diverse keren de smalle beek over.
Tenslotte komen we uit bij de waterbekkens, een mooie stille plek.
“Blijf jij effe zitten ga ik even kijken of ik die grot kan vinden”
We hebben er wat kilometers op zitten en ben best wel vermoeid als ik het stijgende pad opklim, twee tellen later lig ik lang uit en zie mijn onderbeen verstrengelt in bramenstruiken, het bloed sijpelt er langzaam uit.
Een kleine vervloeking volgt en ik worstel mij uit de scherpe slierten.
Het is een oud pad waar het uitkijken is en terwijl ik goed naar de grond kijk staat mijn boven lichaam vast op echt prikkeldraad.
Ik ga terug, de grot zal er de volgende keer ook nog wel liggen.
Ik zal Femke uit Brabant wel eens vragen mij de weg te wijzen, dat is wel zo gezellig.
Moe maar met de wetenschap dat we weer ergens geweest zijn waar we niet eerder waren rijden we terug naar Pelagia, bier en Pizza en daarna nog een afzakkertje in de vorm van een ouzo.
Fut voor het schrijven van een verhaal heb ik op dit moment niet meer, een douche en het moet rond de klok van 21.00 uur zijn geweest als ik mijn ogen sluit.
Gelukkig ben ik deze woensdagmorgen om 6.00 uur wakker, vroeg genoeg om het verhaal alsnog te schrijven.