23 September 2024, 08:51
Vannacht hadden we weer regen, heerlijk het getik op de plastic overkapping van het voorbalkon.
Deze morgen alles weer fris en ik denk nog meer cyclaampjes die de grond uitkomen om net zoals wij te genieten van de zon.
De zon is er echter nog niet, deze zit verstopt achter het wolkendek.
In de asgrauwe zee trek Panayotis zijn baantjes, nee niet de autoverhuurder maar de zoon van de bekendste supermarktmanager van het dorp.
Kythira is natuurlijk een paradijs voor een sporter, je kunt er heerlijk zwemmen, fietsen en hardlopen.
Dat doet Panayotis dan ook en is daarmee toch wel de sportiefste persoon in de buurt.
Ik volg hem op Strava en ik denk dat hij bij een triatlon geen verkeerd figuur zal slaan.
Ook de yoga club staat inmiddels de oefeningen te doen op het strand en het lijken er elke dag meer te worden.
Vandaag maar weer aan de wandel, ik voel mijn onderrug en als ik beweeg kraken mijn knieeen, therapie dus maar.
Vandaag op naar Avlemonas, de drie kerkjes op de top en dan door naar Agia Moni.
Snel ontbijten en dan weg.
Het dorp aan de kust doet Italiaans aan met zijn mooie baai en het verlaten fort.
Bij het basketbalveldje wat niet echt wordt gebruikt door de jeugd die net als bij ons liever met iets anders bezig is, zet ik de auto.
We lopen de asfaltweg terug en slaan rechts een pad in.
Ja wat valt er te vertellen?
Het loopt hier iets omhoog, de omgeving is er kaal met hier en daar een vervallen verlaten boerderijtje, niet echt spannend.
We zijn hier ooit een schildpad tegengekomen maar de kans dat we hem weer zien acht ik klein.
Wat wel opvalt is dat het pad breder gemaakt is en dat is dan net voor het houten bordje dat verwijst naar het pad wat naar boven gaat.
Het naar boven gaan gaat redelijk, ik heb in mijn jongere jaren en dat zal zo een kleine twintig jaar geleden zijn geweest meer moeite gehad met de weg naar de godshuisjes.
Het uitzicht is weids naar alle kanten en het dorp beneden is niet meer dan een klodder witte verf op een doek met groen dat eindigd in het blauw van de zee.
De wind waait stevig, dat is aangenaam maar ook even oppassen.
Verderop zie ik de Agia Moni, daar gaan we ook nog heen.
In de verte de heuvelop twee gestokte wandelaars die gestaag omhoog gaan, ik verlaag ons tempo zodat we ze niet in gaan halen, rust is het mooiste wat je hier kan hebben.
Na de zoveelste zigzag komen we aan op het betonpad wat gaat naar de drie kerkjes.
Ik weet dat de verhaaltjes ook gelezen worden door buitenlandse gasten, Facebook zet de tekste dan om in hun eigen taal, klopt vaak niet helemaal maar goed ze reageren soms wel met een PM ( een personal Message), een privé bericht.
Dus ik zal maar vast schrijven dat je hier ook met de auto kunt komen dan heb ik die veelgestelde vraag alvast beantwoord.
Is dat mooi, zeker! Het uitzicht is de moeite waard alleen het pad is wel smal maar de kans dat je een voertuig tegenkomt is net zo groot als dat er hier een pinguïn loopt.
Goed, na het op adem komen en het stationair draaien van de hartslag gaan we weer verder, we zijn er namelijk nog niet.
Omhoog een klein stuk beton en dan weer een mooi pad wat naar de kerkjes gaat, oppassen is het hier want de harde wind doet goed zijn best je van je plek te brengen.
De wandelaars zijn verdwenen en als ik de omgeving afzoek zijn ze naar de ruïne van een toren verderop.
De kerkjes zijn de kerkjes, mooi, oud en op slot.
Het uitzicht ach, loop er maar heen of pak de auto, zeker een ding dat je gedaan moet hebben als je op het eiland bent maar goed het is een kwestie van keuzes maken, of gewoon weer terugkomen.
De drone die in de rugzak zit blijft zitten, hij zat in de tweede koffer en dat was mede de bezorgdheid over die koffer.
Trouwens nog even contact gehad met Aegen en hun bedankt voor het terugbezorgen van mijn koffer en dat leverde een gratis opwaardering op naar business class de volgende keer.
Goed we dalen af, het betonpad wat slingert tussen de heuvel door en eindigd op de doorgaande weg naar Diakofti waar de ferry inmiddels heeft aangelegd.
Er schijnt geen einde te komen aan het pad en de asfaltweg komt maar langzaam dichterbij.
Richtpunt voor ons is het gele waterhuisje aan de weg, het kleine gebedshuisje halverwege de heuvel en het klooster zelf.
We steken de asfaltweg over en nemen even rust bij het waterhuisje.
Het stikt hier van de bijen, er is een lekleiding die vers water naar buiten gooit en daar maken de insecten dankbaar gebruik van.
We gaan hier omhoog, een steile streep gaat ten hemel, een hoger klimpercentage dan bij de eerdere klim naar de Agios Georgios.
Slaan we links dan stijgt het pad sterk, slaan we rechts iets minder.
Nu ben ik dit pad eerder naar beneden gelopen en weet dat de hartslag op een bepaald moment omhoog gaat zonder dat de inspanning toeneemt.
Vingers beginnen te trillen, juist ja dat!
Op het punt aangekomen, daar waar het pad smal is en de afgrond diep is gebeurd het ook.
De pas wordt inhouden en ik probeer niet naar beneden te kijken.
Dat duurt een kleine twee minuten dan zijn we er langs en naar boven gaat beter dan naar beneden lopen.
Het kleine kappeletje nodigd uit tot een rustpauze en ik neem plaats aan de voorzijde, er is een nieuwe beeltenis geplaatst achter het eveneens vernieuwde glaswerk, de moeder van onze gekruisigde heeft een pracht uitzicht op Diakofti en de drie kerkjes tegenover de beeltenis.
“Zeg er was hier toch altijd zo een enorme diepe put?”
“Moeder Maria!” Ik kijk om maar ze reageert niet, mijn benen bungelen heerlijk boven het enorme gat wat recht onder ons is, het is slecht afgeschermd door wat struiken.
Als ik een steen laat vallen duurt het vrij lang voordat ik de bodem hoor.
Ik lees het al in de krant: “ tijdens een wandeling zijn twee Hollandse toeristen op het eiland Kythira verdwenen, ze waren aan het wandelen maar sindsdien is er niets meer van hun vernomen”
Ze vinden je niet hoor!
Verder maar weer.
De Agia Moni, het klooster, ligt heerlijk in de zon.
Er staat een auto en de deur van het klooster is geopend.
Ik loop echter door de poort om de andere kant te bekijken, het zicht op Diakofti.
Ik doe dit voorzichtig want er was altijd een hond, wel aangelijnd maar toch het dier kan schrikken en dan heb ik zonder het zelf te willen een naamgenoot in mijn been zitten.
Geen hond wel een familie geiten die nieuwsgierig om de hoek kijken.
Op het bankje uit 1962 nemen we de lunch, een reepje en wat water.
“Bella bella”
Makakkoos, de naam die mijn oude moeder gebruikte voor de gastarbeiders die in de jaren zestig in Amsterdam de straten kwamen kuizen.
Italianen, geen goedemiddag, geen dag dus Japio houd ook zijn lippen gesloten.
Fotootje trekken en hup ze zijn weer verdwenen, volgende attractie maar weer.
We zitten hier heerlijk met tegenover ons de geiten die na het vertrek van de luidruchtige Italianen ook heerlijk zijn gaan liggen, de jongste bij moeders en vaders houd ons in de gaten.
Het oude pad naar beneden is zwaar, het daalt maar is opletten en er schijnt ook geen einde aan te komen.
We steken voor de tweede keer het asfalt over en nemen het onverharde pad het dal in.
Het is het dal wat ingeklemd ligt tussen de twee asfaltwegen die naar het zuiden gaan of als je vanaf de andere kant komt het noorden.
De paden hier zijn rood, de aarde is hier rood, het gebied wordt ook wel kokkinochorafa genoemd… u raad het al!
Bij een splitsing stel ik de vraag gaan we links of gaan we rechts, links stijgt recht daalt.
Rechts dus en het pad wat breder wordt slingert mooi door het landschap.
Na weer een rustpauze bij een waterhuisje wordt het pad overdreven breder.
Later slaan we links op een pad aangeharkt en een erg breed pad.
Het is mooi daar niet van maar ik ben bang dat er hier binnenkort een laagje asfalt over gaat en dat is dan weer jammer.
We passeren het huisje van Yanis de imker en de grote watertank en lopen richting het zuiden.
De olijfboomgaarden zijn hier afgeschermd door hoge hekken en ik vraag me af was dat altijd al zo?
In de boomgaarden tientallen vogels, soort of merk mij niet bekend, het gevogelte is verdwenen voordat ik dat kan zien.
Ik had al eerder deze week de prachtig hop gezien die doodleuk op het asfalt zat maar van bijeneters de prachtig gekleurde vogeltjes geen spoor.
Als we verder lopen komt er achter ons wat aanlopen, een paard.
Een zwarte, een enorm beest staat achter het hek en is blij verrast met onze aanwezigheid.
Ik steek mijn hand door het hek en het edele dier snuffelt mij hand af, als ik er wat water op laat stromen likt hij het gretig op.
Heeft deze dan geen water? Verderop zie ik wel bakken staan maar weet niet of er iets inzit en als er wat inzit zullen ook de bijen die in dit gebied actief zijn gezien de vele bijenkasten hier dankbaar gebruik van maken.
Dus hij of zij geniet van het verse water en gooit vervolgens zijn kop over het hek.
Ook de bezwete armen lijken wel te smaken maar als ik de tanden van het gele gebit zie trek ik mijn arm toch even terug voor het geval dat.
Als wij doorlopen blijft het paard ons nastaren, zoveel bezoekers zal het dier niet krijgen.
Linksaf een pad op wat duidelijk niet veel belopen wordt, langs de grotten en afdalen naar Paleopoli, het langgerekte strand.
Linksaf en daar staat ons vervoersmiddel. Terug naar een caffeetje langs de boulevard in AP.
Deze morgen alles weer fris en ik denk nog meer cyclaampjes die de grond uitkomen om net zoals wij te genieten van de zon.
De zon is er echter nog niet, deze zit verstopt achter het wolkendek.
In de asgrauwe zee trek Panayotis zijn baantjes, nee niet de autoverhuurder maar de zoon van de bekendste supermarktmanager van het dorp.
Kythira is natuurlijk een paradijs voor een sporter, je kunt er heerlijk zwemmen, fietsen en hardlopen.
Dat doet Panayotis dan ook en is daarmee toch wel de sportiefste persoon in de buurt.
Ik volg hem op Strava en ik denk dat hij bij een triatlon geen verkeerd figuur zal slaan.
Ook de yoga club staat inmiddels de oefeningen te doen op het strand en het lijken er elke dag meer te worden.
Vandaag maar weer aan de wandel, ik voel mijn onderrug en als ik beweeg kraken mijn knieeen, therapie dus maar.
Vandaag op naar Avlemonas, de drie kerkjes op de top en dan door naar Agia Moni.
Snel ontbijten en dan weg.
Het dorp aan de kust doet Italiaans aan met zijn mooie baai en het verlaten fort.
Bij het basketbalveldje wat niet echt wordt gebruikt door de jeugd die net als bij ons liever met iets anders bezig is, zet ik de auto.
We lopen de asfaltweg terug en slaan rechts een pad in.
Ja wat valt er te vertellen?
Het loopt hier iets omhoog, de omgeving is er kaal met hier en daar een vervallen verlaten boerderijtje, niet echt spannend.
We zijn hier ooit een schildpad tegengekomen maar de kans dat we hem weer zien acht ik klein.
Wat wel opvalt is dat het pad breder gemaakt is en dat is dan net voor het houten bordje dat verwijst naar het pad wat naar boven gaat.
Het naar boven gaan gaat redelijk, ik heb in mijn jongere jaren en dat zal zo een kleine twintig jaar geleden zijn geweest meer moeite gehad met de weg naar de godshuisjes.
Het uitzicht is weids naar alle kanten en het dorp beneden is niet meer dan een klodder witte verf op een doek met groen dat eindigd in het blauw van de zee.
De wind waait stevig, dat is aangenaam maar ook even oppassen.
Verderop zie ik de Agia Moni, daar gaan we ook nog heen.
In de verte de heuvelop twee gestokte wandelaars die gestaag omhoog gaan, ik verlaag ons tempo zodat we ze niet in gaan halen, rust is het mooiste wat je hier kan hebben.
Na de zoveelste zigzag komen we aan op het betonpad wat gaat naar de drie kerkjes.
Ik weet dat de verhaaltjes ook gelezen worden door buitenlandse gasten, Facebook zet de tekste dan om in hun eigen taal, klopt vaak niet helemaal maar goed ze reageren soms wel met een PM ( een personal Message), een privé bericht.
Dus ik zal maar vast schrijven dat je hier ook met de auto kunt komen dan heb ik die veelgestelde vraag alvast beantwoord.
Is dat mooi, zeker! Het uitzicht is de moeite waard alleen het pad is wel smal maar de kans dat je een voertuig tegenkomt is net zo groot als dat er hier een pinguïn loopt.
Goed, na het op adem komen en het stationair draaien van de hartslag gaan we weer verder, we zijn er namelijk nog niet.
Omhoog een klein stuk beton en dan weer een mooi pad wat naar de kerkjes gaat, oppassen is het hier want de harde wind doet goed zijn best je van je plek te brengen.
De wandelaars zijn verdwenen en als ik de omgeving afzoek zijn ze naar de ruïne van een toren verderop.
De kerkjes zijn de kerkjes, mooi, oud en op slot.
Het uitzicht ach, loop er maar heen of pak de auto, zeker een ding dat je gedaan moet hebben als je op het eiland bent maar goed het is een kwestie van keuzes maken, of gewoon weer terugkomen.
De drone die in de rugzak zit blijft zitten, hij zat in de tweede koffer en dat was mede de bezorgdheid over die koffer.
Trouwens nog even contact gehad met Aegen en hun bedankt voor het terugbezorgen van mijn koffer en dat leverde een gratis opwaardering op naar business class de volgende keer.
Goed we dalen af, het betonpad wat slingert tussen de heuvel door en eindigd op de doorgaande weg naar Diakofti waar de ferry inmiddels heeft aangelegd.
Er schijnt geen einde te komen aan het pad en de asfaltweg komt maar langzaam dichterbij.
Richtpunt voor ons is het gele waterhuisje aan de weg, het kleine gebedshuisje halverwege de heuvel en het klooster zelf.
We steken de asfaltweg over en nemen even rust bij het waterhuisje.
Het stikt hier van de bijen, er is een lekleiding die vers water naar buiten gooit en daar maken de insecten dankbaar gebruik van.
We gaan hier omhoog, een steile streep gaat ten hemel, een hoger klimpercentage dan bij de eerdere klim naar de Agios Georgios.
Slaan we links dan stijgt het pad sterk, slaan we rechts iets minder.
Nu ben ik dit pad eerder naar beneden gelopen en weet dat de hartslag op een bepaald moment omhoog gaat zonder dat de inspanning toeneemt.
Vingers beginnen te trillen, juist ja dat!
Op het punt aangekomen, daar waar het pad smal is en de afgrond diep is gebeurd het ook.
De pas wordt inhouden en ik probeer niet naar beneden te kijken.
Dat duurt een kleine twee minuten dan zijn we er langs en naar boven gaat beter dan naar beneden lopen.
Het kleine kappeletje nodigd uit tot een rustpauze en ik neem plaats aan de voorzijde, er is een nieuwe beeltenis geplaatst achter het eveneens vernieuwde glaswerk, de moeder van onze gekruisigde heeft een pracht uitzicht op Diakofti en de drie kerkjes tegenover de beeltenis.
“Zeg er was hier toch altijd zo een enorme diepe put?”
“Moeder Maria!” Ik kijk om maar ze reageert niet, mijn benen bungelen heerlijk boven het enorme gat wat recht onder ons is, het is slecht afgeschermd door wat struiken.
Als ik een steen laat vallen duurt het vrij lang voordat ik de bodem hoor.
Ik lees het al in de krant: “ tijdens een wandeling zijn twee Hollandse toeristen op het eiland Kythira verdwenen, ze waren aan het wandelen maar sindsdien is er niets meer van hun vernomen”
Ze vinden je niet hoor!
Verder maar weer.
De Agia Moni, het klooster, ligt heerlijk in de zon.
Er staat een auto en de deur van het klooster is geopend.
Ik loop echter door de poort om de andere kant te bekijken, het zicht op Diakofti.
Ik doe dit voorzichtig want er was altijd een hond, wel aangelijnd maar toch het dier kan schrikken en dan heb ik zonder het zelf te willen een naamgenoot in mijn been zitten.
Geen hond wel een familie geiten die nieuwsgierig om de hoek kijken.
Op het bankje uit 1962 nemen we de lunch, een reepje en wat water.
“Bella bella”
Makakkoos, de naam die mijn oude moeder gebruikte voor de gastarbeiders die in de jaren zestig in Amsterdam de straten kwamen kuizen.
Italianen, geen goedemiddag, geen dag dus Japio houd ook zijn lippen gesloten.
Fotootje trekken en hup ze zijn weer verdwenen, volgende attractie maar weer.
We zitten hier heerlijk met tegenover ons de geiten die na het vertrek van de luidruchtige Italianen ook heerlijk zijn gaan liggen, de jongste bij moeders en vaders houd ons in de gaten.
Het oude pad naar beneden is zwaar, het daalt maar is opletten en er schijnt ook geen einde aan te komen.
We steken voor de tweede keer het asfalt over en nemen het onverharde pad het dal in.
Het is het dal wat ingeklemd ligt tussen de twee asfaltwegen die naar het zuiden gaan of als je vanaf de andere kant komt het noorden.
De paden hier zijn rood, de aarde is hier rood, het gebied wordt ook wel kokkinochorafa genoemd… u raad het al!
Bij een splitsing stel ik de vraag gaan we links of gaan we rechts, links stijgt recht daalt.
Rechts dus en het pad wat breder wordt slingert mooi door het landschap.
Na weer een rustpauze bij een waterhuisje wordt het pad overdreven breder.
Later slaan we links op een pad aangeharkt en een erg breed pad.
Het is mooi daar niet van maar ik ben bang dat er hier binnenkort een laagje asfalt over gaat en dat is dan weer jammer.
We passeren het huisje van Yanis de imker en de grote watertank en lopen richting het zuiden.
De olijfboomgaarden zijn hier afgeschermd door hoge hekken en ik vraag me af was dat altijd al zo?
In de boomgaarden tientallen vogels, soort of merk mij niet bekend, het gevogelte is verdwenen voordat ik dat kan zien.
Ik had al eerder deze week de prachtig hop gezien die doodleuk op het asfalt zat maar van bijeneters de prachtig gekleurde vogeltjes geen spoor.
Als we verder lopen komt er achter ons wat aanlopen, een paard.
Een zwarte, een enorm beest staat achter het hek en is blij verrast met onze aanwezigheid.
Ik steek mijn hand door het hek en het edele dier snuffelt mij hand af, als ik er wat water op laat stromen likt hij het gretig op.
Heeft deze dan geen water? Verderop zie ik wel bakken staan maar weet niet of er iets inzit en als er wat inzit zullen ook de bijen die in dit gebied actief zijn gezien de vele bijenkasten hier dankbaar gebruik van maken.
Dus hij of zij geniet van het verse water en gooit vervolgens zijn kop over het hek.
Ook de bezwete armen lijken wel te smaken maar als ik de tanden van het gele gebit zie trek ik mijn arm toch even terug voor het geval dat.
Als wij doorlopen blijft het paard ons nastaren, zoveel bezoekers zal het dier niet krijgen.
Linksaf een pad op wat duidelijk niet veel belopen wordt, langs de grotten en afdalen naar Paleopoli, het langgerekte strand.
Linksaf en daar staat ons vervoersmiddel. Terug naar een caffeetje langs de boulevard in AP.